de frond
het verhaal van de frond
____________________________________________________
De frond houdt van slapen omdat hij dan droomt. De frond heeft het vermogen ontwikkeld dat hij weet wanneer hij droomt en wanneer hij zich in de realiteit bevindt. De frond heeft alleen fijne dromen. Over de tientallen generaties heen is de frond steeds meer gaan slapen, omdat zijn droomwereld zo’n fijne plek is. Hij is gewaar van de moeilijkheden, de stommiteiten en de nare zaken van de werkelijkheid. De frond is ervan overtuigd dat hij zich kan terugtrekken in zijn slaap en in zijn dromen verder kan leven.
Af en toe wordt hij wakker om bijvoorbeeld te eten. Maar de frond is zo lief, dat wanneer hij iets te eten ziet en er is een andere frond aanwezig, dat ie dan zegt dat de ander het mag eten. ‘Neem jij het maar’. ‘Nee, het is voor jou’. ‘Eet maar, ik heb net in mijn droom al gegeten’. ‘Mijn buik zit nog vol van het slapen’. Zo eet de frond eigenlijk nooit genoeg, of echt. Hij is ervan overtuigd dat ie in z’n droom al van alles smikkelt. Het weinige wat ‘ie eet, zoals een muisje of een ander klein diertje, vormt zich uiteindelijk tot een braakbal.
De frond is niet altijd zo’n grote slaper geweest. Eerst had ‘ie eenzelfde ritme als de mens, maar langzamerhand veranderde zijn ritme in dat van een nachtdier. ‘s Nachts gaat ie altijd op avontuur uit, en treft hij andere fronds. De frond is geen kuddedier en leeft graag op zichzelf, maar vindt het een feest als hij andere fronds tegenkomt waar 'ie dan een tijdje mee op trekt. Ze kunnen elkaar dan namelijk over hun dromen vertellen. Hij begeeft zich ook graag tussen de mensen, zolang ze hem maar zijn ding laten doen. Hij slaapt steeds vaker en meer, omdat 'ie de droomwereld leuker vindt dan de realiteit. De frond heeft nooit nachtmerries, alleen maar blije dromen. Hij houdt gewoonweg van slapen en wegdommelen en snoezen.
Toen de frond nog niet uitgestorven was, zag men hem overdag altijd veel slapen. Hij liet sporen van zijn slaapplekken achter. Af en toe een aaitje over zijn vacht doet hem goed en maakt de droom nog mooier.
De frond heeft het vermogen te begrijpen dat er een verschil tussen droom en werkelijkheid is en denkt -hoopt- dat 'ie de keuze heeft om te kiezen in welke hij het liefst zich wilde bevinden. Aangezien hij zich dus vaak in de droomwereld bevindt, en het feit dat 'ie amper iets at, is de frond langzamerhand uitgestorven. Zijn slaapjes werden langer en het ontwaken in de realiteit duurde steeds korter. Velen stierven in hun slaap, waarna ze hun droom konden verlengen tot het oneindige.
____________________________________________________
Er zijn meerdere sprookjes over de frond geschreven. Ik maak een boek van de vertellingen die ik verzameld heb.
- De rustende vacht
- De frond en de aardappels die foetsie bleken te zijn
- De verdwenen kinderen
- De staart van de frond
- De jager en de nachtmare die hem een bezoek kwam brengen
- Het warrige waternimfje
- Frondrustend orakel
____________________________________________________
De vliezen tussen de tenen van de frond hadden volgens de mensen een magische kracht. De vliezen zorgden ervoor dat er geen nachtmerries werden gevormd en degene die ze had alleen maar fijne dromen beleefde. Daarom waren de vliezen gewild bij de mensen. Zodra er een frond overleed, werden de vliezen afgesneden, waarna ze in het kussen van de slechtdromende werden gestopt. Sinds dat moment zou de persoon alleen nog maar goede dromen dromen. Een andere methode was het verwerken van de vliezen in een thee of in een elixer. Daar heb ik zelf ervaring mee. Toen ik een jaar of 9 was had ik ontzettend veel last van hevige nachtmerries. Ik kreeg daarvoor uiteindelijk een elixertje waarvan ik elke avond voor het slapen gaan een aantal druppeltjes op mijn tong moest druppelen en dan zou ik bevrijd zijn van de nachtmerries. Ik weet nog goed dat ik op het geschreven etiket ‘frondvliezen’ zag staan en niet wist wat het was. Het stoppen van de vliezen in de kussens was de meest gebruikte en langdurige oplossing. Er was geen jacht op de vliezen. De mensen waren ervan bewust dat het slecht voor de frondsoort was om op de vliezen te jagen, want dan zouden ze sneller zijn uitgestorven. Daarnaast deed ook het verhaal de ronde dat wanneer je een frond zou willen doden omwille van het verkrijgen van zijn vliezen, er een andere frond over je ging dromen. Deze frond deed vervolgens een betovering, waardoor de nachtmare op bezoek zou komen en de jager tweemaal per nacht in angstzweet zou ontwaken.
____________________________________________________
Wat betreft het feit dat de eend en de kat zich nog steeds tussen ons bevinden: deze hebben de selectie op grond van survival of the fittest overleefd. De frond sliep teveel, at amper, kon zijn lichaamstemperatuur niet goed reguleren en was te lief voor zijn mededieren.
____________________________________________________
wat ik -tot nu toe- heb ontdekt
____________________________________________________
uiterlijke kenmerken van de frond:
- De frond heeft vier poten.
- De frond heeft vliezen tussen zijn tenen. Bij de volwassen fronds hebben de vliezen een paarse kleur, terwijl die van de jonge friendjes transparant wittig zijn.
- De frond ziet er weldoorvoed uit, een soort bolwangig lijf.
- De frond heeft soortgelijke tanden als die van de kat.
- Het lichaam van de frond lijkt op dat van de kat, terwijl de kop iets meer weg heeft van de kop van de eend.
- De kop van de frond is klein in verhouding tot het lichaam.
- De frond heeft een bruinige kleur vacht met hier en daar een aantal paarse haren.
____________________________________________________
de staart van de frond en de evolutie ervan:
Over de jaren heen is de frond zelf tot een optimale versie geëvolueerd. Waar de eerste fronds een afgeleide van de eendenstaart hadden, werd de staart in de loop van de jaren steeds groter en voller. De uiteindelijke staart leek op de vossenstaart. Deze evolutie is verlopen omdat de frond het liefst onder een dekentje wilde liggen, maar dit vaak niet in zijn bereik lag. Steeds vaker reikte hij naar zijn staart, om hemzelf toe te dekken. De grote staart diende als een heerlijk zacht warm dekentje, waar hij zichzelf onder kon krullen.
Survival of the fittest sleeper = de frond had moeite met het op peil houden van zijn lichaamstemperatuur als hij sliep. Tijdens zijn slaap koelde hij ongelofelijk af, waardoor hij vaak verkouden werd of door zijn lage weerstand andere ziektes opliep. Als hij te lang zou slapen met een lage temperatuur was het zelfs mogelijk dat de frond bevroor en dus stierf. In de loop van de jaren is de staart groter ontwikkeld om hem warm te houden.
____________________________________________________
innerlijke karaktertrekken van de frond:
- De frond houdt van de aanwezigheid van de mens (als eenden bij de vijver), maar is tegelijkertijd gesteld op genoeg eigen ruimte en bewegingsvrijheid.
- De frond is onafhankelijk van de mens.
- De frond houdt van water [drinken, zwemmen, slapen in het water]
- De frond houdt van knagen.
- De frond houdt van vettige haarwortels op het hoofd van enkele mensen.
- De frond voelt veranderingen aan en is sensitief voor de emoties van mensen. De frond voelt mee en troost graag.
- De frond heeft een voorkeur voor groene groentes. Daarnaast eet de frond kleine muisjes.
- De frond is dol op vogels en speelt graag met hen.
____________________________________________________
gedrag van de frond:
- De frond geeft kopjes als 'ie zich goed en veilig voelt.
- De frond is niet schuw in het contact met mensen.
- De normale loopsnelheid van de frond is als die van Frodo als hij mij volgt op straat. De snelheid kan ook lager liggen waarbij vervolgens de vliezen hoorbaar over de grond strijken. Rennen of sprinten doet de frond niet.
- De frond doet meerdere dutjes per dag.
- De frond is geen kuddedier, maar vindt het wel heel gezellig om af en toe andere fronds te treffen.
- De frond maakt braakballen van de haren en botjes van de kleine muisjes die hij eet.
____________________________________________________
- De Latijnse naam van de frond is Frondis somnis.
- De baby's/kinderen van de frond heten friendjes.
- Een vrouwtjesfrond die nog niet eerder friendjes heeft gebaard, wordt een frons genoemd.
____________________________________________________
verdere onderzoeken
____________________________________________________
uiterlijke kenmerken van de frond:
- Hoe groot is de frond?
- Heeft de frond soortgelijke oren als de kat?
- Heeft de frond vleugels als de kattendraak?
- Verhouding haren/veren?
____________________________________________________
- Wat voor geluid maakt de frond? Verschil geluid wakker en tijdens het slapen?
____________________________________________________
- Hoe wordt de frond geboren? Uit een ei of zoals bij een zoogdier? Kaal, blind?
- Hoelang is de draagtijd van de frond?
- Wanneer leefde de frond? Wanneer is de frond uitgestorven?
____________________________________________________
- Welke sprookjes over de frond zijn er?
- Zijn er spreekwoorden over de frond?
____________________________________________________
woorden die afgeleid zijn van de frond
____________________________________________________
frondschuldigen
frondrustend
fronderstellen
frondwaardig
____________________________________________________
hoe ik de ontdekkingen deed
____________________________________________________
Naar aanleiding van de droom die ik in de nacht van 26 op 27 oktober had, is Lodewijk Moiren op zoek gegaan naar fossiele overblijfselen aan de noordkust van het Franse Normandië. Daar trof hij na een week een achttal botten aan, waarvan bleek dat deze behoorden tot de frond. De plek waar Moiren de botten vond, was overwoekerd door groen.
Daarna trof ik zelf ook iets aan...
veld-, aard- en slaapmuisbotjes
In Groningen stuitte ik in een verlaten huisje op een aantal braakballen. Ze kwamen niet overeen met de braakballen die uilen produceren en ook leken ze niet op de haarballen van katten. Ik heb er drie uit elkaar gehaald om de botjes te kunnen bekijken. De haren en de botjes wijzen op overblijfselen van zowel kleine woelmuizen, zoals de veldmuis en de aardmuis, als verschillende slaapmuizen. Ik heb een onbeschadigde braakbal en de haren van de uitgeplozen braakballen naar Lodewijk Moiren opgestuurd. Hij vertelde me later dat de braakballen geproduceerd zijn door een frond. Aangezien de frond al tientallen jaren niet meer in Nederland is gezien, zullen de braakballen lang op deze plek hebben gelegen.
Vervolgens ben ik in de buurt van dat huis gaan zoeken in de hoop iets te vinden. Ik wist niet wat, maar ik heb gepoogd naar mijn intuïtie te luisteren. Ik hield het niet voor mogelijk, maar daar vond ik nog een botje. Het waren geen overblijfselen van muizen of eenzelfde botje dat Lodewijk Moiren had gevonden. Ik had een ander soort botje in mijn handen. Ik herkende het uit duizenden - het was een staartbotje dat leek af te komen van een eend.
Na uitgebreid DNA-onderzoek bleek dat het botje uit Groningen hetzelfde DNA bevatte als het botje uit Normandië. Er kan worden vastgesteld dat beiden botjes afkomstig zijn van de frond.
Er begon me iets te dagen. Als de frond afstamt van de eend en de voorouder is van de kat, en aangezien beide botjes ooit onderdeel zijn geweest van de staart van de frond, kan het zijn dat de frond en zijn staart een evolutie hebben doorgemaakt. Ik probeerde mijn idee te visualiseren en heb mijn gedachtes meteen aan Moiren verteld.
____________________________________________________
het toevoegen van informatie in dat wat al vaststaat
____________________________________________________
____________________________________________________
presentatie van mijn onderzoek
____________________________________________________
foto's door Koen Kievits
____________________________________________________
pogingen tot het doorgronden van het lichaam van de frond
____________________________________________________
____________________________________________________
frond in bestaande kunstwerken
____________________________________________________
____________________________________________________
frondstudies
____________________________________________________
____________________________________________________
parasitaire invloed op de frond
____________________________________________________
parasitos lutrinae, parasitos lacertilia, parasitos talpidae, parasitos anas, parasitos ornithorhynchidae, parasitos chiroptera